Name: Sylvester Konzert: Dvořák & Beethoven
Start: 2023-12-29T00:00:00.000Z
End: 2023-12-29T00:00:00.000Z
Location: Kurhaus Wiesbaden

Organization

Admin

Belgian National Orchestra

Direzione d'orchestra

Antony Hermus

Orchestra

Strumento

Cellist

Alexey Stadler

Cello

Sylvester Konzert: Dvořák & Beethoven

Wiesbaden

Germania

Kurhaus Wiesbaden

Sylvester Konzert: Dvořák & Beethoven: Les préludes, S.97 Liszt (+2 More)

Public

Les préludes, S.97

Concerto per violoncello e orchestra in si minore, op. 104

Symphony No. 5 in C minor

Approvato

Dvořák beschouwde de cello lange tijd als een instrument dat niet geschikt was voor een solistenrol in een concerto: “te nasaal in de hoogte en te mompelend in de diepte”. Na het bijwonen van de première van een celloconcerto van een collega-componist en cellist in New York, veranderde hij echter zijn mening en toog aan het werk. Het bericht dat zijn schoonzus – op wie hij ooit nog verliefd was geweest – in Europa zwaar ziek was geworden, deed Dvořák besluiten om haar lievelingslied, het door hem gecomponeerde Laat me alleen, in de tweede beweging van zijn celloconcerto te citeren. De derde beweging eindigt met een zucht, waarna nog even een orkestrale hel losbreekt. “Als ik had geweten dat een celloconcerto zo mooi kon zijn,” zo zei Brahms na een uitvoering van Dvořáks Celloconcerto, “dan had ik er zelf ook een geschreven!”

Beethovens Vijfde symfonie is misschien wel het beroemdste werk uit de geschiedenis van de klassieke muziek. Het sterk ritmische openingsmotief – drie korte slagen en één lange slag – zou Beethoven ooit omschreven hebben met de woorden “zo klopt het noodlot aan de deur”. Anders dan bij de Grieken was het noodlot in het tijdperk van de verlichting echter geen kracht meer aan dewelke men zich blind onderwierp. In vier bewegingen baant Beethoven zich in zijn Vijfde symfonie dan ook een weg van de duisternis (het openingsdeel in c klein) naar het licht (het slotdeel in C groot). “Verlichting is de bevrijding van de mens uit de onmondigheid die hij aan zichzelf te danken heeft,” zo beweerde de Duitse filosoof Immanuel Kant ooit. De onheilspellende noodlotslagen uit de eerste beweging ondergaan verschillende metamorfoses en keren in de vierde beweging uiteindelijk terug in een heldere, triomferende mars.

Nederlands

Dvořák a longtemps estimé que le violoncelle ne se prêtait pas à un rôle de soliste dans un concerto : « trop nasillard dans l’aigu et trop peu sonore dans le grave », prétendait-il. Il changea cependant d’avis après avoir assisté à New York à la première d’un concerto pour violoncelle joué par un collègue compositeur et violoncelliste, et se mit au travail. Après avoir reçu d’Europe la nouvelle que sa belle-sœur – dont il avait été amoureux à une certaine époque – était gravement malade, Dvořák décida de citer « Laissez-moi seule », sa mélodie préférée qu’il avait lui-même écrite, dans le deuxième mouvement de son concerto pour violoncelle. Le troisième mouvement se termine sur un soupir que brise ensuite un orchestre déchaîné. « Si j'avais su qu'un concerto pour violoncelle pouvait être aussi beau, j’en aurais aussi écrit un ! », déclara Brahms après avoir assisté au concerto pour violoncelle de Dvořák.     

La Cinquième symphonie de Beethoven est peut-être l'œuvre la plus célèbre de l'histoire de la musique classique. Le motif d'ouverture fortement rythmé - trois temps courts et un temps long - aurait autrefois été décrit par Beethoven par les mots "c'est ainsi que le destin frappe à la porte". Mais contrairement aux Grecs, au siècle des Lumières, le destin n'est plus une force à laquelle on se soumet aveuglément. En quatre mouvements, Beethoven passe donc de l'obscurité (le mouvement d'ouverture en do mineur) à la lumière (le mouvement final en do majeur) dans sa Cinquième symphonie. "L'illumination est la libération de l'homme de l'impuissance qu'il se doit à lui-même", affirmait autrefois le philosophe allemand Emmanuel Kant. Les sinistres coups du sort du premier mouvement subissent plusieurs métamorphoses et reviennent finalement dans le quatrième mouvement dans une marche lumineuse et triomphante.

français

For a long time, Dvořák did not consider the cello as suitable for a solo role in a concerto: “too nasal in the heights and too mumbling in the depths.” But after attending the premiere of a cello concerto by a fellow composer and cellist in New York, he changed his mind and got down to work. The news that his sister-in-law – with whom he had once been in love – had become seriously ill in Europe, led Dvořák to quote her favourite song, his own composition Leave Me Alone, in the second movement of his cello concerto. The third movement ends on a sigh, after which all orchestral hell breaks loose for a moment. “Had I known that a cello concerto could be so beautiful,” said Brahms following a performance of Dvořák’s Cello Concerto, “then I would have written one myself!”

Beethoven’s Fifth Symphony is perhaps the most famous work in the history of classical music. He described the highly rhythmic opening motif - three short notes and a longer one - with the words “thus fate knocks at the door!” Unlike the Greeks, however, people of the Enlightenment era did not see fate as a force to which they blindly submitted. In four movements, Beethoven thus forges a path from darkness (the opening movement in C minor) to the light (the final movement in C major). “Enlightenment is man’s emergence from his self-imposed nonage,” the German philosopher Immanuel Kant once said. The sinister notes of destiny in the first movement undergo various metamorphoses and ultimately return in the fourth movement in a bright, triumphant march.

English

Crediti di rappresentazione (Cast e team di produzione )

Ensemble